English-French-Dutch-German:

Burial practices in New Guinea, as elsewhere in the world, differ across cultures. In some traditions, the way a body is treated after death is believed to directly impact the soul's journey.In Irian Jaya (the Indonesian region of Papua New Guinea), five tribes have a unique tradition of mummification: the Mek tribe of the Bintang Mountains, the Dani tribe from the Baliem Valley, the Moni tribe in Intan Jaya, the Yali tribe in Kurima, and the Mee tribe in Dogiyai. Unlike the well-known Egyptian mummies, these mummies are not preserved in coffins or wrapped in bandages, but are instead kept intact, with a distinctive dark coloration.Mummification is reserved for individuals of great importance within these tribes, such as tribal leaders, war commanders, or highly respected figures. The process involves several stages, beginning with the selection of tribe members to handle the mummification. Firewood is gathered, and a traditional Papuan house known as a honai is prepared for the ceremony. The body is then smoked over a fire, a method that helps preserve it.After smoking, a series of rituals are performed, during which the mummy is adorned with feathers, pig tusks, and a traditional gourd worn as a covering. The process concludes with a stone-burning feast known as barapen.Papuan mummies are typically positioned in a sitting posture, a reflection of ancient beliefs that associate this stance with the fetal position, symbolizing rebirth. To date, six mummies have been documented in Papua: four from the Dani tribe, one from the Yali tribe, and one from the Moni tribe. Each tribe has specific names for their mummies, such as the Kurulu, Pumo, Araboda, and Jiwika mummies from the Dani people of Wamena.These mummies are regarded as symbols of blessings for the community. The practice of mummification is seen as a way to honor and preserve the memory of esteemed individuals while maintaining cultural traditions.

The papier-mâché model referenced here was sculpted by an unknown Belgian artist in the 1990s for a local museum, serving as a representation of these unique burial practices.

Les pratiques funéraires en Nouvelle-Guinée, comme partout ailleurs dans le monde, varient selon les cultures. Dans certaines traditions, la manière dont un corps est traité après la mort est censée avoir un impact direct sur le voyage de l'âme.En Irian Jaya (la région indonésienne de la Papouasie-Nouvelle-Guinée), cinq tribus ont une tradition unique de momification : la tribu Mek des montagnes Bintang, la tribu Dani de la vallée de Baliem, la tribu Moni d'Intan Jaya, la tribu Yali de Kurima et la tribu Mee de Dogiyai. Contrairement aux momies bien connues d'Égypte, ces momies ne sont pas conservées dans des cercueils ni enveloppées de bandages, mais elles sont plutôt gardées intactes, avec une coloration foncée distinctive.La momification est réservée aux individus de grande importance au sein de ces tribus, comme les chefs de tribu, les commandants de guerre ou les personnes hautement respectées. Le processus comprend plusieurs étapes, en commençant par la sélection des membres de la tribu chargés de la momification. On collecte du bois de chauffage, et une maison traditionnelle papoue, appelée honai, est préparée pour la cérémonie. Le corps est ensuite fumé au-dessus d’un feu, une méthode qui aide à le conserver.Après la fumigation, une série de rituels est effectuée, au cours desquels la momie est ornée de plumes, de défenses de cochon et d'une gourde traditionnelle portée en guise de cache-sexe. Le processus se termine par une fête de cuisson sur pierre appelée barapen.Les momies papoues sont généralement placées en position assise, reflétant les croyances anciennes qui associent cette posture à la position fœtale, symbolisant la renaissance. À ce jour, six momies ont été documentées en Papouasie : quatre de la tribu Dani, une de la tribu Yali et une de la tribu Moni. Chaque tribu a des noms spécifiques pour ses momies, comme les momies Kurulu, Pumo, Araboda et Jiwika chez les Dani de Wamena.Ces momies sont considérées comme des symboles de bénédiction pour la communauté. La pratique de la momification est perçue comme un moyen d'honorer et de préserver la mémoire des individus estimés tout en maintenant les traditions culturelles.

Le modèle en papier mâché mentionné ici a été sculpté par un artiste belge inconnu dans les années 1990 pour un musée local, servant de représentation de ces pratiques funéraires uniques.

Begrafenispraktijken in Nieuw-Guinea verschillen, net als elders in de wereld, tussen verschillende culturen. In sommige tradities gelooft men dat de manier waarop een lichaam na de dood wordt behandeld een directe invloed heeft op de reis van de ziel.In Irian Jaya (de Indonesische regio van Papoea-Nieuw-Guinea) hebben vijf stammen een unieke traditie van mummificatie: de Mek-stam uit het Bintang-gebergte, de Dani-stam uit de Baliem-vallei, de Moni-stam uit Intan Jaya, de Yali-stam uit Kurima, en de Mee-stam uit Dogiyai. In tegenstelling tot de bekende Egyptische mummies worden deze mummies niet bewaard in kisten of gewikkeld in doeken, maar blijven ze intact en hebben ze een karakteristieke donkere kleur.Mummificatie is gereserveerd voor individuen van groot belang binnen deze stammen, zoals stamhoofden, oorlogscommandanten of zeer gerespecteerde personen. Het proces verloopt in verschillende fasen, te beginnen met de selectie van stamleden die de mummificatie uitvoeren. Er wordt brandhout verzameld en een traditionele Papoea-hut, bekend als een honai, wordt klaargemaakt voor de ceremonie. Het lichaam wordt vervolgens boven een vuur gerookt, een methode die helpt bij het conserveren.Na het roken worden een reeks rituelen uitgevoerd, waarbij de mummie wordt versierd met veren, varkensslagtanden en een traditionele kalebas als bedekking. Het proces wordt afgesloten met een steenkookfeest dat bekend staat als barapen.Papoea-mummies worden meestal in een zittende houding geplaatst, een weerspiegeling van oude overtuigingen die deze houding associëren met de foetushouding, wat symbool staat voor wedergeboorte. Tot op heden zijn er zes mummies gedocumenteerd in Papoea: vier van de Dani-stam, één van de Yali-stam en één van de Moni-stam. Elke stam heeft specifieke namen voor hun mummies, zoals de Kurulu-, Pumo-, Araboda- en Jiwika-mummies van de Dani-stam uit Wamena.Deze mummies worden beschouwd als symbolen van zegeningen voor de gemeenschap. De praktijk van mummificatie wordt gezien als een manier om de herinnering aan gewaardeerde personen te eren en te behouden, terwijl de culturele tradities in stand worden gehouden.

Het hier genoemde papier-machémodel werd in de jaren 1990 vervaardigd door een onbekende Belgische kunstenaar voor een lokaal museum, en dient als een representatie van deze unieke begrafenispraktijken.

Bestattungspraktiken in Neuguinea unterscheiden sich, wie auch anderswo auf der Welt, zwischen verschiedenen Kulturen. In manchen Traditionen glaubt man, dass die Art und Weise, wie ein Körper nach dem Tod behandelt wird, die Reise der Seele direkt beeinflusst.In Irian Jaya (der indonesischen Region von Papua-Neuguinea) haben fünf Stämme eine einzigartige Tradition der Mumifizierung: der Mek-Stamm aus dem Bintang-Gebirge, der Dani-Stamm aus dem Baliem-Tal, der Moni-Stamm aus Intan Jaya, der Yali-Stamm aus Kurima und der Mee-Stamm aus Dogiyai. Im Gegensatz zu den bekannten ägyptischen Mumien werden diese Mumien nicht in Särgen aufbewahrt oder in Bandagen gewickelt, sondern bleiben intakt und haben eine charakteristische dunkle Färbung.Die Mumifizierung ist für Personen von großer Bedeutung innerhalb dieser Stämme reserviert, wie Stammesführer, Kriegskommandanten oder hoch angesehene Persönlichkeiten. Der Prozess umfasst mehrere Phasen, beginnend mit der Auswahl von Stammesmitgliedern, die die Mumifizierung durchführen. Es wird Feuerholz gesammelt und ein traditionelles papuanisches Haus, bekannt als honai, für die Zeremonie vorbereitet. Der Körper wird dann über einem Feuer geräuchert, eine Methode, die zur Konservierung beiträgt.Nach dem Räuchern wird eine Reihe von Ritualen durchgeführt, bei denen die Mumie mit Federn, Schweinezähnen und einer traditionellen Kürbisflasche als Bekleidung geschmückt wird. Der Prozess endet mit einem Steinkochen-Fest, das als barapen bekannt ist.Papuanische Mumien werden typischerweise in einer sitzenden Haltung positioniert, was eine Reflexion alter Überzeugungen ist, die diese Haltung mit der Fötusposition assoziieren und somit die Wiedergeburt symbolisieren. Bisher wurden sechs Mumien in Papua dokumentiert: vier vom Dani-Stamm, eine vom Yali-Stamm und eine vom Moni-Stamm. Jeder Stamm hat spezifische Namen für seine Mumien, wie die Kurulu-, Pumo-, Araboda- und Jiwika-Mumien des Dani-Stammes aus Wamena.Diese Mumien gelten als Symbole des Segens für die Gemeinschaft. Die Praxis der Mumifizierung wird als eine Möglichkeit gesehen, die Erinnerung an hochgeschätzte Personen zu ehren und zu bewahren, während die kulturellen Traditionen aufrechterhalten werden.

Das hier erwähnte Papiermaché-Modell wurde in den 1990er Jahren von einem unbekannten belgischen Künstler für ein lokales Museum geschaffen und dient als Darstellung dieser einzigartigen Bestattungspraktiken.